Ode aan de Handhavers der Wet

05-07-2025

We zien ze in het voorbijgaan. Ze staan bij voetbalwedstrijden, bij demonstraties, bij verkeersongevallen. Ze worden uitgescholden, gefilmd, gewantrouwd. Maar wanneer er écht iets gebeurt, zijn zij het die als eerste komen. Agenten op straat zijn de voorhoede van veiligheid – zichtbaar, aanspreekbaar, inzetbaar.

En toch lijkt de maatschappij hen steeds vaker als vanzelfsprekend te beschouwen. Terwijl hun werk zwaar, gevaarlijk en mentaal belastend is, blijft hun salaris pijnlijk achter. Deze ode is een pleidooi voor erkenning – in woorden, maar vooral in daden.

Politieagent ben je niet van negen tot vijf. Het is een beroep zonder kantooruren, zonder voorspelbare weken. Nachtdiensten, feestdagen, weekenden – geen moment is heilig als het om veiligheid gaat. Terwijl veel mensen uitkijken naar Kerst met familie, staat een agent op straat. Terwijl vrienden op zaterdagnacht in de kroeg staan, loopt een ander in uniform langs een park, alert op signalen van dreiging. Altijd paraat. Altijd aanspreekbaar.

Ze worden geacht in een split second te handelen, maar tot in detail verantwoording af te leggen als het fout gaat. Ze bemiddelen bij huiselijk geweld, zoeken vermiste kinderen, treden op bij psychische crisissituaties, ruimen ongelukken op. Elke dag schakelen tussen menselijkheid en gezag, empathie en controle.

Wat ze meemaken, zouden wij niet willen zien.

Van verkeersongelukken tot vechtpartijen. Van huiselijk geweld tot zelfmoordpogingen. Van demonstraties tot terreurdreiging. Agenten zijn overal waar het escaleert. Ze worden uitgescholden, bespuugd, soms fysiek aangevallen. Ze zijn getuige van menselijk leed, keer op keer. Wat zij dagelijks meemaken, zouden wij niet één keer willen zien. En wanneer het misgaat, is er zelden applaus – alleen kritiek. De mentale last die dit werk met zich meebrengt, wordt vaak onderschat.

Wat daar tegenover staat, is schokkend bescheiden. Een basissalaris waar je nauwelijks van kunt leven in de huidige tijd. Vaak langer blijven zonder toeslag, werken met onderbezetting, wisselende diensten zonder voorspelbaarheid. En ondertussen vraagt de maatschappij méér dan ooit: meer toezicht, meer handhaving, meer begrip, meer menselijkheid.

Het werk is fysiek zwaar, emotioneel belastend en maatschappelijk ondankbaar. Op sociale media worden agenten afgebrand, terwijl ze juist daar hun werk doen: in de publieke ruimte, onder het oog van iedereen.

Er wordt veel gepraat over 'meer blauw op straat'. Maar als we blijven bezuinigen, blijven onderschatten, en blijven verwachten dat loyaliteit vanzelfsprekend is – dan branden we diezelfde mensen op.

Een samenleving die haar politie niet waardeert, snijdt in haar eigen veiligheid. Respect begint met erkenning. Niet alleen met een applaus bij een incident, maar met structurele steun, menselijkheid en waardering.

Agent zijn is geen baan. Het is een keuze om in te grijpen waar anderen wegkijken. En dat verdient meer dan slechts woorden. Het verdient een samenleving die achter hen staat – in daden, in beleid, en ja, ook in salaris.

Politieagenten krijgen niet alleen te maken met geweld op straat, maar ook met een groeiende vijandigheid in het publieke debat. Tijdens de coronapandemie werden ze soms uitgejoeld, uitgemaakt voor 'systeemhonden'. Op sociale media worden ze weggezet als racisten of machtswellustelingen, vaak zonder context. Terwijl elke fout wordt uitvergroot, verdwijnt goed politiewerk stilletjes op de achtergrond. Wie beschermt hen die ons beschermen?

Dit essay is geen oproep tot blinde bewondering. Het is een oproep tot eerlijke erkenning. Het politievak is zwaar. Dat moet weerspiegeld worden in arbeidsvoorwaarden, mentale ondersteuning en maatschappelijke waardering.

Agenten verdienen meer dan wantrouwen, onderbetaling en stilzwijgen. Ze verdienen een samenleving die achter hen staat – niet alleen als het crisis is, maar ook als het stil is.

Een sterke rechtsstaat vraagt om sterke mensen op straat. Mensen met moed, hart en verantwoordelijkheidsgevoel. Wie kiest voor het uniform, kiest niet voor gemak, maar voor betekenis. En juist daarom verdient dit werk onze oprechte waardering – niet alleen als het crisis is, maar ook op stille dagen.