Slachtvisite theater
Er is iets merkwaardig ongemakkelijks aan het woord slachtvisite. Alsof het gaat om iets knus. Een kop koffie, plak cake, en een gezellig samenzijn rond… een dood dier. In Enter wordt deze traditie kennelijk nog "in ere gehouden", en in een luchtig geframed fragment uit Overijsselse Streken zien we kinderen nieuwsgierig naar kadavers kijken. Geen druppel bloed. Geen gespartel. Geen geschreeuw. Geen doodsangst. Alleen het eindresultaat: een reeds gestorven lichaam, keurig klaargelegd voor consumptie.
Maar laten we eerlijk zijn: deze geromantiseerde kijk heeft niets met slachten te maken.
Slachten is géén schone keukentafel. Slachten is geen dorpstraditie voor een gezellige zondagmiddag. Slachten is het moment waarop een levend dier, vaak in paniek, wordt voortgeduwd, geschopt of gesleept naar het slachthuis. Het is de geur van angst, het geluid van stress, de kille metalen vloer onder poten die trillen. Slachten is het mes dat de keel doorsnijdt terwijl het hart nog klopt, zodat het bloed goed wegloopt. Het is industriële dood op een tempo waar geen traditie tegenop kan.
En laten we wel wezen: de meeste mensen die vlees eten doen dat zonder ooit een dier te hebben zien sterven. De biefstuk op het bord, het worstje op de BBQ - dat is geen slachten. Dat is eten. Wat we "slachtvisite" noemen, is in feite een soort vleesfeest achteraf, een toneelstukje zonder eerste akte.
In de reacties klinkt het vaak: "Mooi dat deze tradities blijven bestaan, dan leren kinderen tenminste waar vlees vandaan komt." Maar als dat écht het doel is - laat ze dan het slachthuis zien. De echte slacht. Niet het afsnijden van wat al dood is, maar het moment waarop leven in dood overgaat. Want geloof me: dan kijken de kinderen heel anders. Dan wordt het geen feestje. Dan wordt het misschien wél een gewetensvraag.
Dus ja, wil je de realiteit van vlees tonen? Begin dan bij het begin. En noem het geen slachtvisite. Noem het wat het is: een eerbetoon aan vergeten ongemak. Een zorgvuldig gekozen illusie, bedoeld om ons geweten te sussen.
Maar geen slacht.