Charlie Kirk
De laatste keer dat politiek mij zo diep raakte, was bij de moord op Pim Fortuyn. Het idee dat iemand een andersdenkende zomaar kan afschieten, is het toppunt van fascisme—een daad die getuigt van een duister hart.
Nu, bijna twintig jaar later, hoor ik dezelfde retoriek opnieuw opduiken. De haat, het demoniseren, en opnieuw is er een spreker vermoord. Wéér door extremistisch links. Ik herkende veel in Charlie—zijn woorden, zijn inzichten, zijn groei door de jaren heen. Hij sprak uit wat ik zelf vaak heb aangedragen. En nu is een goedhartig mens, een vader, een partner, een kind, uit het leven gerukt. Niet door argumenten, maar door pure haat en het onvermogen om met woorden te strijden.
Het begint met negeren. Dan volgen de lastercampagnes, het uit verband trekken van uitspraken, het demoniseren. Totdat het klimaat zó giftig is dat iemand die met rede en verbinding spreekt, uit de weg wordt geruimd.
Ik was diep geraakt door zijn dood. Ik volgde zijn debatten al een tijd, net zoals ik vroeger de artikelen van Pim Fortuyn in Elsevier las. Maar nu ben ik een realisatie rijker—en ik vermoed velen met mij. Het maakt werkelijk niets uit hoeveel feiten je aandraagt, hoe oprecht je intenties ook zijn. Je strijdt niet tegen een mens, maar tegen een duistere entiteit die zich in de mens heeft genesteld. Die entiteit luistert niet. Die kan je niet luchten of zien, want door gebrek aan metafysisch besef, culturele diepgang en tunnelvisie is er alleen haat.
Niets wat jij zegt of doet zal dat veranderen.
Het is een ideologie die haar eigen volk zó veracht, dat ze liever alles vernietigt dan het op te geven. Zoals Sun Tzu wordt toegeschreven:
"An evil enemy will burn his own nation to the ground to rule over the ashes."